
Overpeinzingen als ondernemer. Hoe de huidige (economische) situatie mijn bedrijf beïnvloedt en hoe mijn gezondheid mij én mijn bedrijf beïnvloedt. Maar belangrijker: in hoeverre laat ik mij beïnvloeden?
Het enige wat nooit meer zal veranderen is dat alles verandert. Maar hoe dan? Lichaam en geest. Ondernemen en onderzoeken. Moeten en mogen. Allemaal onderdelen van ’t grote geheel. Nu nog zien wat dat grote geheel is.
lichaam en geest
Een plotselinge en heftige slijmbeursontsteking van mijn rechterschouder is na een week bijna over. De twee jaar sluimerende ontsteking in mijn linkerschouder laait op, omdat ik die arm nu meer gebruik. Pijnstillers die mijn maag irriteren waardoor ik honger krijg en teveel/verkeerd eet: mijn Crohn gaat opspelen.
Daarbij nog de ‘elk voorjaar standaard’ voorhoofdsholteontsteking die nu overslaat naar mijn longen; de chronische bronchitis wordt erger. Dus zware hoofdpijn en veel hoesten. En met dat hoesten moet ik voorzichtig zijn, anders verschuift er een rib of wervel uit mijn hypermobiele gewrichten.
Leuk rijtje, niet? Dat domino-effect van ‘oorzaak en gevolg’ zo allemaal bij elkaar? Op zich is het, voor mij tenminste, heel normaal. Allemaal zaken waarmee ik eigenlijk altijd wel goed om kan gaan. Alleen die slijmbeursontstekingen zijn nieuw voor mij. Die zorgen er zelfs voor dat ik op dit moment niet kan typen, waardoor ik dit artikel heb ingesproken.
Mijn belangrijkste doel is nu: alle ontstekingen uit m’n lijf krijgen zonder (te veel) pijnstillers en ontstekingsremmers. Daar heb ik genoeg trucjes en middeltjes voor. En dan meer energie krijgen, zodat ik weer kan gaan bewegen.
En ja, dit maakt mij in corona-tijden onderdeel van de risicogroep. Samen met mijn echtgenoot (nierpatiënt) zitten we dan ook al meer dan drie weken zo goed als thuis. Als ik niet thuis zou zitten door het coronavirus, zou ik gewoon aan de slag zijn met groepen coachen.
ondernemen en onderzoeken
Maar nu zit ik dus thuis. En ondertussen mag (nee, moet) ik als ondernemer nadenken over mijn bedrijf. Mijn bedrijf op dit moment, mijn bedrijf de komende maanden (als alles zo goed als stil blijft liggen) en mijn bedrijf straks ‘na’ de corona crisis.
Daarnaast zijn er nu vragen en opdrachten van mijn klanten. Op andere manieren dan normaal moeten mijn teamleden en ik daar nu antwoorden op vinden. Roeien met de (beperkende) riemen die we nu tot onze beschikking hebben.
En juist dat nadenken en voorbereiden valt mij zwaar met de lichamelijke pijn en vermoeidheid die ik nu voel.
In 15 jaar bedrijven ondersteunen en begeleiden heb ik veel kennis en ervaring opgedaan. Bijvoorbeeld dat je tijdens een ‘slechte periode’ niet moet gaan bezuinigen, maar juist moet investeren. Voorbereiden voor het moment dat ’t weer goed gaat, want het zal weer een keer goed gaan. Sinds mensenheugenis gaat het na een slechte periode altijd weer goed. Ook nu.
Dus nu investeren in mensen en materialen. De tijd gebruiken die je straks niet (meer) hebt omdat je dan 100% van de tijd met klanten en opdrachten bezig moet kunnen zijn.
Binnen mijn bedrijf hebben we nu tijd om de website (verder) te vertalen voor onze Engelstalige klanten, mailings klaar te zetten, artikelen te schrijven voor CT2.nl en CoachSander.nl, opleidingen en studies (digitaal) te volgen, te bedenken hoe nu het beste te communiceren met klanten en alvast (proberen) in te schatten hoe straks de klantvraag zal zijn. Nieuwe manieren ontdekken om (straks) bedrijven en organisaties te helpen in hun processen.
Collega-ondernemers zie ik nu vol overgave duiken op het digitaliseren (en soms gratis maken) van hun gehele aanbod. Ik vraag me af of ik mee moet gaan in deze beweging of beter nog even wacht. Loop ik het risico om ‘de boot te missen’ als ik nu niet mee ga? Of kan ik beter afwachten en een solide basis bouwen voor straks?
Tegelijkertijd moeten we ontdekken hoe we binnen de huidige beperkingen toch ook nu onze klanten kunnen helpen; waar is nu behoefte aan en hoe kunnen wij daaraan tegemoetkomen? Maar dan wel binnen onze professionele expertise en ethisch verantwoord. Want niet alles ‘moet’ omdat ’t nu ‘niet anders kan’.
moeten en mogen
Er wordt mij iets verteld. Maar ik kan het (nog) niet goed horen. Ik voel dat ’t anders mag, maar ik kan het (nog) niet goed voelen.
Vanuit een leven lang ervaring met mijn lichamelijke ongemakken, maar ook (juist) mijn ervaringen als ondernemer, is het ‘moeten’ een drijfveer geweest. Mijzelf duwen en dwingen om een volgende stap te zetten. Maar zelfs dat wil ik nu in twijfel trekken: is het ‘moeten’ en ‘doorgaan’ nog wel de juiste weg?
Op andere momenten vertel ik hier niet (op deze manier) over. Voor mij is dit eigenlijk allemaal heel gewoon; het is alleen een beetje erger dan normaal en de omstandigheden zijn anders. Maar ik heb het altijd overwonnen en het is altijd weer beter gegaan, dus waarom is het nu anders? Gewoon doorgaan en dan komt het wel weer goed. Dus voelt het eigenlijk alsof ik dit allemaal niet moet schrijven of vertellen. Maar ik vertel het toch. Omdat anderen niet kunnen weten wat er bij of met je gebeurt als je ze het niet vertelt.
Hoewel het gevoelsmatig niet helemaal bij mij past, vind ik rationeel gezien wel dat het verteld mág worden. Het leven is niet alleen maar rozengeur, maneschijn, positieve tweets en mooie selfies. Er gaan ook dingen niet goed, sommige zaken doen pijn en het leven is soms gewoon niet leuk. En dat mag ook gezegd worden. Niet om medelijden te krijgen, niet om advies of oplossingen te horen, niet voor de likes. Maar gewoon zodat er begrip is; dat anderen begrijpen in welke wereld jij zit en vanuit welke beleving jij reageert op anderen.
Dus hoop ik dat je mij nu iets beter begrijpt. Dat ik dingen niet ‘zomaar’ doe of zeg, of zonder erover na te denken. En dat jij er misschien ook iets aan hebt. ‘k Hoop altijd dat mijn teksten, verhalen en ontmoetingen mensen laten nadenken over wat ze doen. Nadenken over wat moet en wat mag. Nadenken over wat er is en wat er komen gaat.
wat er is en wat er komen gaat
Ik maak een pas op de plaats. Even wat meer en wat langer stilstaan dan ik gewend ben. Alle patronen en gewoonten die ik heb ontwikkeld en zo goed gewerkt hebben de afgelopen jaren: ‘waarom werkten die zo goed?’ én ‘werken ze nu nog steeds?’ En doorgaan met het helpen van klanten en het nadenken over mogelijkheden in de toekomst.
Mijzelf dus afvragen wat er is, wat er mag en wat er komen gaat. Laten ontstaan waar nu ruimte voor is.
Want we weten nu wat er is, maar niemand weet wat er komen gaat. Dus loslaten. Dus laten gaan. Doen wat kan. En onderzoeken wat ik straks écht wil.
Zo.
Nu maar even stoppen (met deze teksten inspreken).
Want die hoofdpijn en die armen hè. 😉
Reacties