Het is zondagochtend en ik laat de hond uit. We lopen langs een grote glazen schuifpui van een restaurant. Achteloos glijdt mijn blik naar de donkere ruimte achter de ruit. Drie stappen verder sta ik aan de grond genageld. Dit kán toch niet waar zijn?
Deze zomer is het 8 jaar geleden dat mijn moeder is overleden. En toch zit ik nog af en toe bij haar aan de keukentafel. Nee, niet virtueel of in gedachten. Gewoon écht aan tafel!
mijn moeder
Mijn moeder was een lief mens. Dat vond ik tenminste toen, als kind. Nu ik volwassen en ouder ben, maar vooral ook na haar overlijden, denk ik daar soms wel eens anders over. Kan ik zien dat mijn moeder ook haar eigen strijd had waarin ik ongewild een rol speelde.
Eén van de zaken waar mijn moeder echt een issue mee had was het hechten aan ‘dingen’ in de meest brede zin des woords. Maar dan ook vooral aan voorwerpen in twee specifieke categorieën: voorwerpen waar een herinnering aan zat of voorwerpen die nog van nut konden zijn.
voorwerpen van nut
Dat mijn moeder voorwerpen van nut niet weg kon doen, was eigenlijk nog het best verklaarbaar. Na de scheiding van mijn vader was er nou eenmaal steeds minder geld. De economie was slecht en dus was er geen baan voor haar; wat overbleef was een uitkering. Mijn moeder was een zogenaamde bijstandsmoeder. Compleet met het doen van de ‘moeder-MAVO’ en thuis willen zijn als haar enig kind uit school kwam.
Nu weggooien en later nieuw kopen als je het nodig hebt; daar was simpelweg geen geld voor. Daarom bewaarde ze alles waarvan ze dacht dat ze het ooit nog zou kunnen gebruiken.
voorwerpen met herinneringen
Daar waar een herinnering aan zat, tja. Met wat ik nu weet en hoe ik er nu tegenaan kijk denk ik wel te weten waarom. Ze wilde zich vasthouden aan de momenten waarop ze blij was of zich fijn voelde; haar bruiloft, een verjaardag, de nieuwe bank in de woonkamer of gewoon een dagje weg naar een andere stad of een museum. Want de tweede helft van haar leven was niet zo fijn. Ze voelde zich terneergeslagen, alsof ze het gevecht met de hele wereld aan moest gaan en telkens weer verloor.
Ze had niet veel vrienden of kennissen, familie woonde op minimaal anderhalf uur rijden. Er was veel contact met haar moeder, mijn oma. Vaak bellen, regelmatig een weekeindje logeren. Als kind vond ik dat prachtig.
in de keuken
Toen mijn oma overleed, voelde mijn moeder zich nog meer alleen. De meubelen van oma kwamen naar Eindhoven; nog meer spullen voor mijn moeder om aan vast te houden. Nog meer herinneringen om te koesteren.
Zo kwam de ronde eettafel van mijn oma bij ons in de grote keuken te staan. De keuken waar mijn moeder altijd verbleef. Waar ze de krant las, kookte, at en ook TV keek. Eigenlijk zat ze altijd daar in de keuken aan de ronde tafel.
opruimen
Na mijn moeders overlijden had ik een groot huis om leeg te ruimen. In zo’n tijd is het fijn om terug te vallen op broers of zussen, vele handen maken immers licht werk. Maar het is eigenlijk ook fijn als je gewoon beslissingen kunt nemen zonder te moeten overleggen. Zo nam ik vele beslissingen, alleen. En daar nam ik alle tijd voor.
Met de beste wil van de wereld kon ik niet alle spullen gebruiken, zelfs niet álle ‘dingen’ die mijn moeder waardevol achtte en wilde bewaren.
Na enkele maanden uitzoeken en ordenen was alles opgeruimd. En afgerond. Als laatste is een grote vrachtwagen van de Kringloopwinkel geweest die alles meegenomen heeft wat niemand meer wilde of geen belangstelling voor had.
de tafel
Nu moet je weten dat ik midden in de stad woon. Als onze hond uitgelaten moet worden, loop ik een rondje door de straten in de buurt. En in die binnenstad wonend loop ik dan ook langs winkels, etalages en restaurants.
Zo sta ik die zondagochtend, een week nadat de vrachtwagen van de Kringloopwinkel is geweest, stil bij mij in de straat.
Ik kijk strak recht vooruit en mijn hersenen gaan in overdrive. Wát denk ik nou dat ik daarnet gezien heb?
Ik loop drie stappen achteruit en kijk door een raam naar binnen.
M’n neus tegen het glas, m’n hand boven mijn ogen.
Ja. Daar staat een ronde tafel. Paars geschilderd. Met vier stoelen, ook paars.
Maar ik herken de bekleding van de stoelen! Het is de tafel met stoelen van mijn moeder, van mijn oma!
Ik kijk nog een keer goed. Ja. Het is écht waar! Van binnen juich ik…
Diezelfde zondagmiddag ben ik meteen teruggegaan en ben ik bij mijn moeder aan tafel geschoven. En dat doe ik nog steeds af en toe. Ik wrijf dan over het blad en zeg gedag tegen mijn moeder.
de tafel staat er nu nog steeds…
Wil jij aanschuiven bij de tafel van mijn moeder? Dat kan. De tafel en de vier stoelen staan er nog. Bij restaurant ‘Ons’ in de Kerkstraat in Eindhoven. Hoe toepasselijk is die naam van het restaurant? Dat verzin je toch niet? En ik verzin dit verhaal ook niet… Dit is een waar gebeurd verhaal. Echt waar.
Reacties